Pootgoedtelers doen er goed aan tweehonderd knollen per monster in te sturen voor de vrijwillige bemonstering van hun pootaardappelen op erwinia-bacterieziekten.
Veel telers sturen nu honderd knollen per monster in om kosten te besparen. Maar door het lagere aantal knollen wordt de uitslag van de laboratoriumtoets minder betrouwbaar.
Die boodschap had Jaap Janse, diagnostisch specialist en bacterioloog van de keuringsdienst NAK, voor de pootgoedtelers op de erwiniadag in Tollebeek. De lab-toetsen die de NAK uitvoert met de knollen leveren betrouwbare resultaten op, zegt Janse. "Maar met weinig knollen in een monster kan de uitslag toch een verkeerd beeld geven van de besmettingsgraad van het pootgoed."