DLV Plant analyseerde de gevolgen van de gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) op de inkomsten van de zetmeelaardappelteelt:
Er wordt steeds meer duidelijk met betrekking tot de invulling van de bedrijfstoeslag na 2013. In een vertaling van de contouren van het nieuwe beleid voor de veenkoloniale akkerbouw wordt duidelijk dat de bedrijfstoeslag bijna gehalveerd wordt ten opzichte van de huidige bedrijfstoeslag. Na de ontkoppeling van de zetmeelsteun worden de verschillen nog groter.
In 2012 en 2013 zijn de veranderingen door de zetmeelontkoppeling voor het Veenkoloniaal gebied nog positief. In 2014 wordt bij een basispremie van € 325,- / ha een terugval in inkomen geschat op 20% ten opzichte van het niveau in 2011. Indien het bedrijf een top-up van € 120,- voor duurzaamheid, gebiedsdifferentiatie of vergroening gaat krijgen kan het verschil kleiner worden. Dan wordt de inkomensdaling 16% lager. Er is nog sprake dat een ondernemer pas recht heeft op de volledige basispremie indien er voldaan wordt aan alle vergroeningseisen. Hierbij kunnen we concluderen, dat vergroening op het bedrijf geen vrijwillige keuze wordt.
De inkomensprognoses worden verbeterd, indien de uitbetalingprijs van zetmeelaardappelen door Avebe wordt verhoogd. In de voorbeeldberekeningen is bij een verhoging van € 0,01 / kg, €20.900,- meer inkomsten. Dan daalt in 2014 het inkomen uiteindelijk met 2%, indien er voldaan wordt aan alle vergroeningseisen. Dit concludeert DLV Plant adviseur Gerty Leeuwerik op basis van berekeningen in de vorm van een standaardbedrijf.
Bedrijven met naar verhouding weinig en lage toeslagrechten (pootgoedbedrijven), kunnen er met de basispremie voor 100% areaal in 2014 er wel eens op vooruit gaan.
Het is van belang dat de ondernemers zich nu gaan oriënteren op hoe ze 7% van hun areaal kunnen inrichten voor vergroening. Over het algemeen zullen akkerbouwers aan de rotatie-eis kunnen voldoen. Van het areaal 7% aan braak of randen e.d. leggen, zal een grote druk op de beschikbare oppervlakte leggen. Bedrijven, welke veel gronden huren en ruilen voor de aardappelteelt, hebben meer dan 70% van het areaal aan zetmeelaardappelen. Hierdoor wordt de vruchtwisselingeis niet behaald. De ondernemer ontvangt geen top-up en moet vermoedelijk een deel van basispremie missen.
Ondernemers zijn met een groot areaal zetmeelaardappelen en granen in grote mate afhankelijk van de graanmarkt. De fluctuaties van deze vrije markt zal direct en een grote invloed hebben op het bedrijfsresultaat. Hierdoor zal er in de betaalcapaciteit van de bedrijven ook grotere schommelingen te verwachten zijn. Het is raadzaam in de komende 2 jaren 2012 en 2013 hier al rekening mee te houden. Zoek alternatieven om de afhankelijkheid van de graanmarkt te beperken. Zorg dat uw financieringsruimte voldoende is om de grotere schommelingen op te vangen.
Samenvatting standaardbedrijf Veenkoloniën